Frankrijk behoort tot de favorieten om het EK 2016 in eigen land te winnen. Het thuisvoordeel is echter niet altijd zo groot als sommigen doen geloven. De meeste gastlanden hebben hard moeten werken voor een goed resultaat. Slechts drie gastlanden hebben uiteindelijk ook de finale gewonnen, waarvan Frankrijk in 1984 de laatste was. Lees hier meer over de geschiedenis van het Europees Kampioenschap voetbal.
Rusland was titelverdediger op het EK 1964 in Spanje, omdat ze vier jaar eerder het toernooi in Frankrijk wonnen. 80.000 voetbalfans aanschouwden de finale in het Santiago Bernabéu, waar Spanje het tegen de titelverdediger moest opnemen. De Spaanse bondscoach José Villalonga en zijn team wonnen uiteindelijk de wedstrijd met 1-0 door een kopbal van Marcelino in de 84e minuut.
Dit keer vloog titelverdediger Spanje in de kwartfinale eruit, doordat het van Engeland verloor. Hierdoor stond de deur voor Italië open om de titel te winnen als gastland. De finale van het EK in 1968 ging tussen Italië en Joegoslavië. Italië won het toernooi en was daarmee het eerste Europese land dat ook het Wereld Kampioenschap al eens had gewonnen, namelijk in 1934.
20 jaar nadat Spanje als eerste gastland het EK voetbal in eigen huis won, herhaalde Frankrijk het verhaal. Aanvoerder Michel Platini was de ster van het Franse elftal, aangezien hij maar liefst negen maal scoorde tijdens het voetbalevenement. Binnen het uur had Platini Frankrijk op voorsprong gezet tegen Spanje. Deze titel was de eerste officiële titel die door een Frans sportgroep gewonnen werd.
1960: Frankrijk (vierde)
1964: Spanje (winnaars)
1968: Italië (winnaars)
1972: België (derde)
1976: Joegoslavië (vierde)
1980: België (tweede)
1988: West Duitsland (halve-finale)
1992: Zeden (halve-finale)
1996: Engeland (halve-finale)
2000: België (groepsronde), Nederland (halve-finale)
2004: Portugal (tweede)
2008: Oostenrijk (groepsronde), Zwitserland (groepsronde)
2012: Polen (groepsronde), Oekraïne (groepsronde)
Bekijk alle statistieken van het EK voetbal.
Lees alle nieuws »